Transcriptie

Introductie

Hey wat leuk dat je luistert naar de Hond op leeftijd podcast! Deze podcast gaat over alles wat te maken heeft met het leven met en zorgen voor een ouder wordende hond. Ik ben Leida Visee, dierenarts met meer dan 30 jaar ervaring. De laatste 21 jaar ik heb me in mijn eigen praktijk vooral gericht op honden, en dan met name honden in de tweede helft van hun leven: honden met levenservaring.

Met deze podcast wil ik mijn kennis en ervaringen delen om je te helpen de gouden jaren van je trouwe vriend zo leuk en gezond mogelijk te maken. Elke aflevering duiken we in verschillende aspecten van het ouder worden van honden – van voeding en beweging tot medische zorg en het omgaan met ouderdomskwalen. Ik hoop dat deze podcast een bron van steun en inspiratie voor je zal zijn, terwijl je samen met je hond deze bijzondere levensfase doorloopt.

Dit is aflevering 1: laten we beginnen!

Wanneer is je hond nou eigenlijk senior?

Hoe zit dat nou met de vergelijking van hondenjaren met mensenjaren?

Vaak hoor je de regel dat één mensenjaar gelijkstaat aan zeven hondenjaren. Hoewel dit een handige richtlijn lijkt, klopt het niet helemaal. De werkelijke relatie tussen de leeftijd van honden en mensen is complexer en kan niet eenvoudigweg worden vastgelegd in een vaste verhouding. Honden worden tijdens het eerste levensjaar sneller volwassen dan mensen, maar daarna vertraagt het verouderingsproces bij honden in vergelijking met mensen.

Ook de grootte van de hond speelt een rol: kleine honden kunnen in het algemeen ouder worden dan grotere honden. Er zijn online diverse tabellen te vinden, maar grofweg kun je stellen dat kleinere honden (onder de 10 kilo) vanaf een jaar of 9 als senior gezien worden, middenslag honden (11- 25 kilo) vanaf 8 jaar als senior beschouwd worden, grote honden (25- 45 kilo) vanaf een jaar of 7 senior genoemd worden, en alles wat nog groter en zwaarder is vanaf een jaar als senior gezien wordt.

Maar er zitten ook hele grote verschillen tussen verschillende honden, net zoals er grote verschillen tussen mensen zijn in de manier waarop ze ouder worden. De ene mens loopt met 65 achter een rollator, de andere staat met 75 jaar nog in de sportschool gewichten te tillen.

Veel hangt af van het genetische pakketje wat je hond meegekregen heeft, maar ook wat er verder in het leven gebeurd is. Of er bijvoorbeeld blessures of operaties op jonge leeftijd geweest zijn. Was het een sporthond, die veel van zijn lichaam gevraagd heeft, of juist een couch potato?

Maar ook: welke preventieve zorg heeft de hond gehad gedurende het leven? Hoe was de voeding? Is er veel stress geweest? Leefde de hond in een stad met veel luchtvervuiling, of meer in een buitengebied met schonere lucht en regelmatige ontspanning in een groene, bosrijke omgeving. Dat zijn allemaal factoren die meespelen.

Dit zijn dus allemaal factoren die een rol spelen bij hoe en hoe snel je hond ouder wordt.

De traditionele Chinese geneeskunde , waar ik me als acupuncturist mee bezig hou, heeft hier een mooi model voor.

In dit model gaat men in de Chinese geneeskunde ervan uit dat ieder individu met een bepaalde hoeveelheid levensenergie – ook wel Qi genoemd – geboren wordt. Gedurende het leven verbruiken we langzamerhand die voorraad Qi, en als het op is gaan we dood. Heel simpel.

Het genetische pakketje waar ik het net over had kunnen we vergelijken met de hoeveelheid Qi die een individu heeft meegekregen, het uitgangspunt, de basis voorraad.

We kunnen wel wat doen om zo zuinig mogelijk met de Qi om te gaan, en ook hier en daar zelfs een klein beetje weer aanvullen. Daar komen de levensomstandigheden om de hoek. Goede voeding en goede slaap zijn de eerste twee pijlers om de basis Qi weer een beetje aan te vullen. Heel veel stress, overbelasting, teveel werken, dat zijn dingen die Qi extra hard verbruiken, zowel voor ons als voor onze honden.

Dus, hoewel er zeker een algemene tendens te zien is, schrijft toch elke senior zijn eigen tijdlijn.

DE EERSTE TEKENEN

Maar wat zien we nou eigenlijk aan de hond?

Vaak is een van de allereerste dingen die ons opvalt het ontstaan van grijze haren. (tenzij je een helemaal witte hond hebt natuurlijk, dan valt dat niet op 😉)

We vinden daar wat van, van die grijze haren. Bij onszelf, meestal, maar ook bij de hond. Goh, is jouw hond al 9? En hij is nog bijna niet grijs he? Dat zien we als een compliment. Maar de andere kant op kan ons ook raken… Als iemand een opmerking over je hond maakt in de trant van “zeker al een oudje he? “ dan kan ons dat ook flink raken.  We kunnen wat weemoed voelen, als we denken aan de stuiterbal puppy of de energieke volwassen hond die ze zo kort geleden nog was. Of we maken ons zorgen over wat er komen gaat. En dat is allemaal helemaal normaal.

Ik weet nog heel goed dat ik de eerste grijze haren op de kin van mijn vorige hond Duffy zag. Duffy was een zwarte labrador kruising, en op een dag, toen hij op zijn rug naast me lag, vielen me ineens wat grijze haren op die kin op. Ik wou er eerst echt helemaal niet aan, ik dach “neeeeee, dat is de lichtinval, de zon op zijn vacht!” terwijl ik eigenlijk wel beter wist. Pas toen er ook een paar grijze haren boven zijn ogen verschenen kon ik het echt niet meer ontkennen.  Ik wilde er gewoon niet aan dat hij ouder begon te worden.

Soms valt het ons ineens op bij het bekijken van foto’s van een paar jaar geleden. Omdat de verschillen van dag tot dag heel klein kunnen zijn – we zien de hond natuurlijk elke dag- valt het soms pas op als we foto’s uit het verleden zien. De herinneringen die facebook of andere social media ons af en toe voorschotelen kunnen daarin soms eyeopeners zijn.

Overigens wil ik hierbij wel even duidelijk zeggen dat de leeftijd waarop je hond grijs begint te worden niets te maken heeft met de levensverwachting. Vroeg grijs worden betekent dus niet dat je hond niet een lang leven zou kunnen hebben, dat kan wel degelijk!

OUDERDOMSSTAAR

Andere dingen die op kunnen vallen kan bijvoorbeeld ouderdomsstaar zijn. Dat is een proces waarbij de lens in het oog van de hond minder doorzichtig wordt, die wordt een beetje wittig. We zien dat vaak als een beetje melkachtig blauwe gloed in de ogen van de hond bij een bepaalde lichtinval.

Dit is overigens in principe relatief onschuldig. Hoewel het mogelijk is dat de hond er uiteindelijk heel erg slechtziend door wordt, gebeurt dit meestal niet, of maar heel erg langzaam. Het betekent vooral dat kleinere details niet meer zo goed gezien worden, vooral bij slechtere lichtomstandigheden. Daar kan de hond meestal heel goed mee dealen. Ook kunnen dingen in de verte minder goed gezien worden, vooral stilstaande objecten. Zo kan je hond bijvoorbeeld ineens heel erg argwanend zijn over een onverwacht  object op de stoep tijdens een wandeling, zeg eens een fiets die ergens normaal niet staat. Vooral in de schemer of ’s avonds dan weer. Eenmaal dichterbij, als ze het hebben kunnen onderzoeken en besnuffelen, is de argwaan over.

Slechter zicht kan wel een rol spelen bij traplopen in donkere omstandigheden, vooral bij het naar beneden lopen. Goede verlichting bij je trap kan dan een stuk schelen. Ik heb daar een tijdje terug een blog over geschreven, die kun je vinden op mijn website hond op leeftijd.nl. De titel van die blog is “brilletje nodig?”

SLAAPPATROON

Wat we ook heel regelmatig zien is een veranderd slaappatroon. Naarmate honden ouder worden gaan ze meestal meer, en vooral ook dieper slapen. Soms zo diep dat ze ons niet horen binnenkomen als we weggeweest zijn, en daar kunnen wij dan weer behoorlijk van schrikken. Ook kunnen ze zo stil liggen, met lange adempauzes, dat wij soms onze adem inhouden en ons afvragen “leeft hij nog? “

Diep slapen kan ook enigszins te maken hebben met een verminderd gehoor, hoewel zeker niet elke hond daar last van heeft. Je kunt je voorstellen dat als de wereld stiller wordt door minder goed kunnen horen, het net is alsof je met oordopjes in slaapt.

Dat langzaam minder goed gaan horen heeft overigens nogal eens een fase waarbij je echt kunt twijfelen of je hond nou doof aan het worden is of niet. Want soms reageert hij echt totaal niet als je hem roept, maar als de koelkast open gaat of het blik met koekjes gaat open is hij er als de kippen bij!

Ik benoem dat heel vaak als multitasken wat niet meer gaat. Er is minder Qi beschikbaar, en als de neus bezig is omdat er hevig gesnuffeld wordt, dan is er geen qi meer over voor de oortjes, en hoort je hond je niet. Het is dus meestal niet zo dat je hond je bewust negeert, hij hoort je in dat soort situaties echt niet. Maar in huis, terwijl er niets anders te doen is, dan kan hij die koekjespot  of die kaasdoos prima horen.

Het is overigens wel iets om goed rekening mee te houden als je je hond buiten los laat lopen. Het kan dan zomaar zijn dat hij je echt niet goed hoort als je hem roept, of dat hij niet goed kan bepalen van welke kant het geluid komt. Dan kan het gebeuren dat hij ineens hard de verkeerde kant op loopt – en je wilt hem  natuurlijk wel veilig houden!

WANDELINGEN EN VERANDERINGEN IN GEDRAG BIJHOUDEN

Een volgend iets wat je kunt merken, is dat je wandelingen langzamer gaan. Waar een bepaald rondje vroeger, zeg eens, een half uur duurde, doe je er nu ineens drie kwartier over.
Dit zien we heel vaak bij oudere honden: er wordt langer gesnuffeld, het tempo ligt lager. Op zich is daar niets mis mee. Je oma van 89 loopt ook niet meer zo kwiek als toen ze 50 was.

Maar hier komen we wel op een punt waar we alert moeten zijn. Want wanneer is het ‘gewoon’ ouderdom, en wanneer is er iets anders aan de hand?

Veel ouderdomsverschijnselen lijken namelijk op elkaar. Misschien merk je dat je hond meer slaapt, minder enthousiast is over wandelingen, wat meer drinkt of wat minder eetlust heeft. Dat kunnen normale verouderingsverschijnselen zijn, maar ze kunnen ook duiden op pijn of een beginnende aandoening.

Pijn is een hele belangrijk probleem. Het is iets wat bijna iedereen wel zegt als we het hebben over het ouder worden: mijn hond moet geen pijn hebben. Dat is voor de meeste mensen nummer 1 als we het hebben over kwaliteit van leven.

En dat is dan meteen een uitdaging, want pijn begint vaak heel erg subtiel en geleidelijk. Zo geleidelijk dat we het verschil van dag tot dag vaak niet zien. Veel mensen denken dat een hond wel zal piepen, janken of kreunen als er pijn is, maar dat is bijna nooit het geval. Soms wel, bij extreme pijn, maar meestal pas dan, als het heel erg is. Dat begin, dat pijntje hier of daar, vooral door artrose, dat is vaak heel veel lastiger te merken. Dat hebben wij ook wel, de meesten van ons lopen ook niet meteen te kreunen of te zeuren als er ergens iets een beetje pijn doet. Maar wij kunnen naar het medicijnkastje lopen en een paracetamol pakken, of een bezoek aan een arts of therapeut regelen. Onze honden zijn daarvoor van ons afhankelijk, en dus ook van ons afhankelijk of wij in de gaten hebben dat er sprake is van pijn.

Ik vind dit zo’n belangrijk onderwerp dat ik er een aparte podcast aflevering aan ga wijden, dus hou de podcast in de gaten!

OVERLAPPENDE SYMPTOMEN

Behalve pijn zijn er nog meer problemen die vaak bij oudere honden voorkomen, en die een rol kunnen spelen bij de dingen die je aan je hond kunt zien, zoals wat trager worden, of een veranderde eetlust.

Nou zou je  denken dat gewrichtspijn, nierproblemen of hartaandoeningen elk hun eigen, duidelijke symptomen hebben. Maar in de praktijk is dat niet zo makkelijk. Veel aandoeningen geven overlappende symptomen, wat het lastig kan maken om te achterhalen wat er precies aan de hand is. Ik zal daar in latere afleveringen zeker nog uitgebreid op terugkomen, vandaag doen we vooral een inleiding.

Neem bijvoorbeeld een hond die minder actief wordt en meer slaapt. Dat kan door ouderdom komen, maar ook door artrose. Of door een slechtere nierfunctie. Of een hart of een leverprobleem.

Daarom is het belangrijk om veranderingen in gedrag en gezondheid bij te houden. Jij kent je hond het beste en kunt het snelst subtiele veranderingen opmerken. Door deze observaties op te schrijven, kun je een duidelijk beeld krijgen van hoe je hond zich ontwikkelt.

Het kan echt een groot verschil maken. Stel, je hond is in de afgelopen weken meer water gaan drinken. Dat kan een vroege aanwijzing zijn voor nierproblemen. Door kleine veranderingen consequent bij te houden, en vervolgens met je dierenarts in overleg te gaan,  kun je eerder ingrijpen en je hond beter helpen.

Wat kun jij nou doen?

Ten eerste: hou een eenvoudig dagboek bij over veranderingen die je waarneemt. Dat kan echt heel simpel, bijvoorbeeld in je telefoon bij je kalender noteren wat je opvalt. Je kunt er ook een speciaal dagboek of agenda voor maken, die je neerlegt op een makkelijk toegankelijke plek, waar je eraan denkt om het in te vullen. Voor veel mensen werkt op of bij het aanrecht in de keuken heel goed.

En je noteert echt alles wat je opvalt. Bijvoorbeeld: wilde niet met de buurhond spelen vandaag (als je hond dat normaal wel doet). Maar ook: wilde wel met de buurhond spelen – als je hond dat al een tijdje niet meer wilde. Als je hond kiest voor een kortere wandeling kun je dat noteren (of juist een langere wandeling). Als er veranderingen in eetlust zijn, en ook als je andere dingen dan anders gegeven hebt. Als je van voer bent geswitcht, of als je een andere snack dan anders gegeven hebt, om maar een paar voorbeelden te noemen. Noteer het, met de datum erbij. Die gegevens kunnen van enorme waarde zijn om je op het spoor te zetten wanneer er iets aan de hand is.

Ten tweede: maak foto’s, maar ook video’s van je hond, met enige regelmaat. Soms zeggen bewegende beelden veel meer dan een statische foto. En los van dat dit heel erg nuttig is om te ontdekken of er iets aan de hand is, is het ook heel erg leuk om video’s van je hond te hebben. Ook later, over zoveel tijd, als je lieve vriend er niet meer is, dan zijn foto’s kostbaar, maar video minstens zoveel.

En als we dan verder gaan met preventie: minstens 1x per jaar een controle bij de dierenarts, en als we het over de echte oudjes hebben raad ik 2x per jaar aan. In een half jaar kan heel veel veranderen. Bij zo’n controle hoort dan vooral  ook  bloedonderzoek.

Sommige aandoeningen, zoals nierziekte, geven namelijk pas duidelijke symptomen als er al veel schade is ontstaan. Door bloedwaarden regelmatig te controleren, kun je problemen vroeg signaleren en tijdig ingrijpen.

Zo’n controle bij de dierenarts, gecombineerd met jouw eigen waarnemingen thuis, is de beste manier om de gezondheid van je hond goed te monitoren. Jij ziet de dagelijkse veranderingen, en de dierenarts heeft de medische kennis en hulpmiddelen om al die informatie te analyseren en om te zetten in een plan van aanpak, indien nodig.

DE BELANGRIJKSTE SLEUTEL: VROEGE DETECTIE

De beste manier om gezondheidsproblemen bij senior honden te managen, is vroegtijdige herkenning. Dat betekent dat jij en je dierenarts samenwerken:

✅ Jij observeert en houdt veranderingen bij
✅ De dierenarts voert regelmatige controles en bloedonderzoeken uit

Door deze aanpak kun je veel gezondheidsproblemen in een vroeg stadium ontdekken en behandelen, zodat je hond zich zo lang mogelijk goed blijft voelen.

Maar weet je wat ik vind dat het leven met een seniorhond zo bijzonder maakt. Het gaat niet om verdriet om wat is veranderd – het gaat om vieren wat wel mogelijk is en het ontdekken van nieuwe manieren om samen van het leven te genieten.

Leven met een ouder wordende hond biedt ons de kans om geduldiger, opmerkzamer te worden, en de kleine momenten meer te waarderen. Denk aan die zonnige middag waarop je hond het perfecte plekje zonlicht vond en tevreden zuchtte – dat is waar deze jaren om draaien. Het leven met een oudere hond kan mindfulness in actie zijn, als je daarvoor open staat.

Je belandt in een  nieuwe fase in de relatie met je hond. Je band met je seniorhond op een prachtige manier verdiepen:

Je leert elkaar beter begrijpen.
De connectie wordt subtieler, maar  heel vaak sterker.
Je vindt plezier en voldoening in andere soorten activiteiten samen.
Elke dag biedt kansen voor nieuwe vormen van verbinding.
Mijn instelling, en ik hoop ook die van jou, is dat deze jaren niet gaan  over beperkingen – ze gaan over nieuwe ontdekkingen.  Misschien wordt apporteren een spel met zachte oefeningen op de vierkante meter. Misschien wordt rennen een avontuur in snuffelen. Misschien wordt touwtrekken een moment van ontspannende massage. Elke dag biedt kansen om jullie band op nieuwe manieren te versterken.

Want dat is wat onze seniorhonden ons beter leren dan wie of wat dan ook – de rijkdom van in het moment leven.

Samenvatting van de aflevering

In deze aflevering hebben we het gehad over hoe het eruit kan zien als je hond een senior wordt. We hebben gekeken naar de bekende vergelijking tussen honden- en mensenjaren, en waarom leeftijd alleen niet alles zegt over hoe een hond ouder wordt. Factoren zoals erfelijkheid, levensstijl, voeding en leefomgeving spelen een enorme rol in hoe snel of langzaam veroudering plaatsvindt.

Ook hebben we de eerste zichtbare tekenen van ouder worden besproken—zoals grijze haren, ouderdomsstaar en veranderingen in slaappatronen. En we hebben gekeken naar hoe veranderingen in gedrag en activiteit niet altijd ‘gewoon ouderdom’ hoeven te zijn, maar soms wijzen op pijn of een onderliggende aandoening.

Belangrijkste takeaway? Vroeg herkennen van mogelijke problemen is cruciaal. Elke hond schrijft zijn eigen tijdlijn als senior. Jij kent je hond het beste, dus let op de kleine veranderingen en schrijf ze op.

Fijn dat je vandaag hier was. De transcriptie van deze aflevering en de blogs die ik genoemd heb kun je vinden op www.hondopleeftijd.nl/podcast.

Dank je wel voor het luisteren, ik hoop natuurlijk dat je er volgende keer weer bij bent, als ik het in aflevering 2 ga hebben over pijn bij oudere honden., hoe herken je het en wat kun je zelf doen.  Tot de volgende keer!

De blog over gezichtsvermogen:

Brilletje nodig?

De blog over verminderd gehoor:

Oost-Indisch, of echt doof?