De volksmond terminologie kan hier een beetje verwarrend zijn, we kennen bij mensen ook staar die verdeeld wordt in grauwe staar en groene staar. Bij grauwe staar zien we een vergelijkbaar proces als bij honden: de lens wordt langzamerhand minder doorzichtig. Groene staar is een verhoogde oogdruk. Ook dat komt bij honden voor, en is in tegenstelling tot de “gewone” ouderdomsstaar medisch dringend: als verhoogde oogdruk te lang aanwezig is kan het leiden tot op korte termijn blind worden. Er moet daarbij dus liefst snel ingegrepen worden, om het zich zo mogelijk te behouden, maar ook omdat het buitengewoon pijnlijk is. Je merkt dan ook aan je hond dat er wat aan de hand is (niet zichzelf, het aangetaste oog wat dichtknijpen, het oog kan er boller uitzien), terwijl dat bij de ouderdomsstaar zelden het geval is. Bij twijfel dus zo snel mogelijk naar de dierenarts.
En hoewel wij het in het algemeen niet leuk vinden voor de hond (het herinnert ons er ook aan dat de hond ouder wordt natuurlijk) lijkt de hond er meestal zelf niet zoveel last van te hebben. Omdat het geleidelijk gebeurt wordt de wereld gewoon geleidelijk wat waziger, en de hond past zich daarop aan. Wij als mensen zijn erg op ons zicht gefocust, voor de hond is sowieso de neus een belangrijker zintuig dan zicht.
Wat we merken is dat detail zicht verloren gaat. Dichtbij gebruikt de hond sowieso de neus meer, maar bijvoorbeeld een koekje wat we gooien wordt niet of niet makkelijk meer gevangen. Het landt op de grond, en vervolgens wordt de neus gebruikt om het te vinden.
Ook kan de hoeveelheid licht heel duidelijk verschil maken: in de schemer ziet de hond vaak minder goed. Een kinderfietsje wat op de stoep staat, bijvoorbeeld, kan dan ineens argwanend van een afstand bekeken worden, alsof daar een onbekend monster staat. Het is dan wel zo goed om de hond gerust te stellen en uit te leggen dat het niet gevaarlijk is, eventueel zelf ernaar toe lopen terwijl de hond op wat afstand naar je kijkt. Of loop er met een ruime boog omheen. Zeg niet dat het onzin is of niets voorstelt: voor de hond is dit een reëel eng ding.
Beweging op afstand wordt vaak nog wel goed gezien, dus de kat die in de verte wegschiet wordt goed waargenomen. Zit diezelfde kat stil op een muurtje dan kan de hond er zomaar aan voorbij lopen (tot de geur in de neus komt).
In huis merken we er vaak niet zoveel van, en hoeven er vaak geen speciale maatregelen genomen te worden. Wel kan ook hier weer de hoeveelheid licht een punt zijn. Een donker trapgat bijvoorbeeld kan ervoor zorgen dat de hond niet goed trap meer durft te lopen, omdat diepte zien niet goed meer gaat. Vaak gaat de trap op nog wel, maar wordt de trap aflopen als eng ervaren. Dus vooral zorgen voor goed licht bij op- en afstapjes kan wel heel erg prettig zijn. Dat helpt meteen bij het onderscheid maken waarom de hond de trap niet meer af wil: als het gaat om een bewegingsprobleem maakt goede verlichting niets uit.
Voor de meeste honden is de geleidelijke ontwikkeling van ouderdomsstaar, met wat aanpassingen, geen probleem. Voor de meeste honden blijft er ook een zeker mate van zicht over. In een enkel geval kan dat anders zijn, en heeft de hond er wel veel last van. Hij kan dan heel onzeker worden, en ook uitvallen of happen als hij iets of iemand niet heeft zien aankomen (denk aan kleine kinderen, die sowieso vaak onverwachte bewegingen maken).
In dat geval is het goed om te weten dat er operatie mogelijk is: net als bij mensen wordt dan de troebele lens vervangen door een kunstlens. Dat is wel een specialistische operatie, met veel nazorg, en er gaat ook een heel onderzoek aan vooraf. Toch kan het in een aantal gevallen wel een oplossing zijn. Als je twijfelt over de situatie bij jouw hond, bespreek het dan vooral met je eigen dierenarts.
En helaas, er zijn (nog) geen leesbrillen voor honden op de markt 😎